Er zijn sterke argumenten voor de toekomstige groei van robots in de voedselproductie in Europa, meent de Nederlandse bank ING, nu bedrijven hun concurrentievermogen willen vergroten, de productkwaliteit willen verbeteren en willen reageren op de stijgende arbeidskosten.
De operationele voorraad robots in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie is sinds 2014 bijna verdubbeld, volgens de laatste gegevens van de International Federation of Robotics (IFR).Momenteel zijn er ruim 90.000 robots in gebruik in de mondiale voedingsmiddelen- en drankenindustrie, die snoepgoed plukken en verpakken of verschillende toppings op verse pizza's of salades plaatsen.Ongeveer 37% hiervan bevindt zich in de
EU.
Hoewel robots steeds vaker voorkomen in de voedselproductie, blijft hun aanwezigheid beperkt tot een minderheid van de bedrijven, waarbij bijvoorbeeld slechts één op de tien voedselproducenten in de EU momenteel gebruik maakt van robots.Er is dus ruimte voor groei.Het IFR verwacht dat het aantal nieuwe robotinstallaties in alle sectoren de komende drie jaar met 6% per jaar zal stijgen.Het zegt dat verbeteringen in de technologie extra mogelijkheden zullen creëren voor bedrijven om industriële robots te implementeren, en dat de prijzen van robotapparaten zijn gedaald.
Nieuwe analyse van de Nederlandse bank ING voorspelt dat in de voedselproductie in de EU de robotdichtheid – of het aantal robots per 10.000 werknemers – zal stijgen van gemiddeld 75 robots per 10.000 werknemers in 2020 naar 110 in 2025. In termen van operationele voorraad is het verwacht dat het aantal industriële robots tussen de 45.000 en 55.000 zal liggen.Hoewel robots in de VS vaker voorkomen dan in de EU, beschikken verschillende EU-landen over het hoogste niveau van robotisering.In Nederland bijvoorbeeld, waar de arbeidskosten hoog zijn, bedroeg de robotvoorraad in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie in 2020 275 per 10.000 werknemers.
Betere technologie, de noodzaak om concurrerend te blijven en de veiligheid van werknemers zijn de drijvende krachten achter deze verschuiving, terwijl COVID-19 het proces versnelt.De voordelen voor bedrijven zijn drieledig, zegt Thijs Geijer, senior econoom voor de voedsel- en landbouwsector bij ING.Ten eerste dienen robots om de concurrentiekracht van een bedrijf te versterken door de productiekosten per eenheid te verlagen.Ze kunnen ook de productkwaliteit verbeteren.Er is bijvoorbeeld minder menselijke tussenkomst en dus minder risico op besmetting.Ten derde kunnen ze de hoeveelheid repetitief en/of fysiek zwaar werk verminderen.“Doorgaans zijn het banen waarvoor bedrijven moeite hebben personeel aan te trekken en te behouden”, zegt hij.
Robots doen veel meer dan alleen dozen stapelen
Het is waarschijnlijk dat een grotere robotmacht een breder scala aan taken zal vervullen, aldus ING.
Robots verschijnen doorgaans voor het eerst aan het begin en aan het einde van een productielijn en vervullen vrij eenvoudige taken, zoals het (de)palletiseren van verpakkingsmateriaal of eindproducten.Ontwikkelingen op het gebied van software, kunstmatige intelligentie en sensor- en vision-technologie zorgen er nu voor dat robots taken kunnen uitvoeren die complexer zijn.
Ook elders in de voedselvoorzieningsketen komen robots steeds vaker voor
De opkomst van robotica in de voedselindustrie beperkt zich niet tot de industriële robots in de voedselproductie.Volgens IFR-gegevens zijn er in 2020 ruim 7.000 landbouwrobots verkocht, een stijging van 3% ten opzichte van 2019. Binnen de landbouw vormen melkrobots de grootste categorie, maar slechts een fractie van alle koeien ter wereld wordt op deze manier gemolken.Bovendien is er sprake van toenemende activiteit rond robots die fruit of groenten kunnen oogsten, wat de moeilijkheden bij het aantrekken van seizoensarbeiders zou kunnen verlichten.Stroomafwaarts in de voedselvoorzieningsketen worden robots steeds vaker ingezet in distributiecentra, zoals automatisch geleide voertuigen die dozen of pallets stapelen, en robots die boodschappen ophalen voor thuisbezorging.Ook in (fastfood)restaurants verschijnen robots om taken uit te voeren zoals het opnemen van bestellingen of het bereiden van eenvoudige gerechten.
De kosten zullen nog steeds een uitdaging zijn
De implementatiekosten zullen echter een uitdaging blijven, voorspelt de bank.Het verwacht dan ook dat er veel meer 'cherry-picking' van projecten onder fabrikanten zal plaatsvinden.Kosten kunnen een grote barrière vormen voor voedingsbedrijven die willen investeren in robotica, omdat de totale kosten zowel betrekking hebben op het apparaat, de software als het maatwerk, legt Geijer uit.
“De prijzen kunnen sterk variëren, maar een gespecialiseerde robot kost al snel €150.000”, zegt hij.“Dit is een van de redenen waarom robotproducenten ook robot as a service onderzoeken, of pay-as-you-use-modellen om deze toegankelijker te maken.Toch zul je in de voedselproductie altijd minder schaalindustrieën hebben dan bijvoorbeeld in de automobielsector.In de voeding heb je veel bedrijven die een paar robots kopen, in de automotive zijn er een paar bedrijven die veel robots kopen.”
Voedselproducenten zien steeds meer mogelijkheden om robots in te zetten in hun voedselproductielijnen, aldus ING.Maar vergeleken met het inhuren van extra personeel vereisen robotprojecten grote investeringen vooraf om de marges in de loop van de tijd te verbeteren.Het verwacht dat voedselproducenten investeringen zullen uitkiezen die ofwel een snelle terugverdientijd hebben, ofwel de grootste knelpunten in hun productieprocessen helpen oplossen.“Dit laatste vergt vaak een langere doorlooptijd en een intensievere samenwerking met apparatuurleveranciers”, legt het uit.“Vanwege de grotere claim op kapitaal vereist een hoger automatiseringsniveau dat productiefabrieken op een continu hoge capaciteit moeten werken om een gezond rendement op de vaste kosten te behalen.”
Bewerkt door Lisa
Posttijd: 16 december 2021